Dansende Bijen en een Lonkende Berg!
2 augustus 2020 - Thásos, Griekenland
De laatste dagen tikt de thermometer met gemak 35 graden aan. Ik sluit me op in de camper met de airco op de hoogste stand. Griekse Adonis maakt op het brommertje Golden Beach onveilig. Praatje hier, praatje daar. Om te eindigen in de haven bij het vissershutje van Aghileas..... Prima hoor, geeft mij de tijd om jullie nog ons avontuur van afgelopen donderdag te vertellen.
Donderdag 30 Juli
Golden Beach wordt gedomineerd door de hoogste berg van Thassos, de Ypsarion. Grijs en onverzettelijk kijkt hij op ons neer. Iedere morgen wordt mijn blik als een magneet aangetrokken door deze flinke jongen van 1206 meter hoog. Hij lonkt naar me; Kom! Kom nou! Maar ik laat me niet verleiden, iets houdt mij namelijk tegen. Jullie zullen wel denken, mooie avonturierster, die durft niet.... Nou, ik durf wel, maar het is mijn ‘achterste’ of met een sjiek woord ook wel ‘derrière genoemd die protesteert. Het is namelijk een flink eind brommen om op de top te komen. Maar ik ben eindelijk door de knieën gegaan voor dat gelonk van die berg. We gaan!
Eerst brommen we naar Skala Maries, dat is de gemakkelijkste route richting de Ypsarion. Daarna richting het lieftallige bergdorpje Maries. We tuffen lekker door, opeens zien we een bord van het klooster Moni Panagoúda. Spontaan slaan we links af, hier woont namelijk nog één vriendelijke monnik met tientallen katten. We openen de kloosterdeur, en algauw komt er iemand op ons aflopen. Het is de monnik, maar hij kijkt met een afkeurende blik naar Griekse Adonis zijn ‘mooie’ benen en dan naar mijn knalrode jurkje. Oeps, nooit bij nagedacht, we zijn niet erg stemmig gekleed. We staan binnen één minuut weer buiten. Wat een kort bezoekje was dat!
Iets verderop komen we in het land van de bijen. Overal staan kleurrijke bijenhuizen, met zijn zoemende bewoners. Wisten jullie dat bijen kunnen dansen? Eerst gaat er een speurneusbij op onderzoek uit, en als hij voedsel heeft gevonden gaat hij als een speer terug naar zijn korf. Daar laat hij zijn familie even proeven en dan begint het feest. Er zijn drie verschillende dansen. De eerste dat is een ‘rondedans’ die geeft aan dat het voedsel 50 meter van huis te vinden is. De tweede dat is de ‘kwispeldans’ ook wel ‘waggeldans’ genoemd. Ik zie gelijk allemaal dronken bijen voor me, die waggelend terug naar huis vliegen. Dan ligt het voedsel 100 meter van huis. En de derde dat is de sikkeldans, dan ligt het voedsel tussen de 50 en 100 meter van de korf. We laten de bijen verder feesten en wij gaan weer door.
In het dorpje Maries slaan we rechtsaf richting een meertje. Men zegt dat het dorpje Maries vernoemd is naar de vele Maria’s die hier woonden. Bij het kunstmatige meertje Genna, is ook een kleine waterval. Volg de rode pijlen, en na honderd meter kom je op een verkoelend plekje bij een kleine waterval van ongeveer tien meter. Na het meertje begint het serieuzere werk, we gaan klimmen. Het landschap begint te veranderen, het wordt steeds ruiger. De pittige geur van de pijnbomen wordt meegevoerd door de wind. We stoppen bij de berghut, gebouwd door bewoners uit Panagia. Een mooi uitzicht op Golden Beach en Skala Potamia.
Maar wij moeten nog hoger. De weg wordt slechter, dus ook pijnlijker voor mijn achterste..... Even later zijn we er, en hebben een weergaloos uitzicht naar alle windstreken. Er zijn nog een aantal toppen waaronder het broertje van de Ypsarion, de berg Da van 1100 meter. Een roofvogel zweeft moeiteloos mee met de wind. De wolkeloze , blauwe hemel lijkt zo dichtbij dat je hem bijna kunt aanraken.
Wat later vertrekken we en zeggen vaarwel tegen de Ypsarion. We nemen een stuk verder een afslag naar links. Griekse Adonis is er van overtuigd dat deze weg naar het gehuchtje Kastro leidt. En dat is ook zo, maar vraag niet hoe..... Slechtste weg ooit, we hobbelen kilometers door over deze met stenen bezaaide weg. Verstand op nul en doorgaan. Eindelijk komen we uit bij een bord op een verzamelplaats van de jachtclub. Dit komt ons bekend voor en we slaan linksaf een plateau op wat niet ver van Kastro ligt. Op het plateau rijden we door een wereld van grijze stenen, bizar gevormde struiken en een bos van pijnbomen.
Kastro werd gesticht in de 15e eeuw. Op de plaats waar nu het dorp ligt werd een kasteel gebouwd vanwaar de plaatselijke machthebbers Thassos en het dorp konden regeren. Omdat de plek vanuit zee niet zichtbaar was en lastig te bereiken was het in woelige tijden een geliefde uitvalsbasis. Na de val van het Byzantijnse rijk zwierven veel piraten over de Egeïsche Zee. Kastro bleef aanvallen bespaard, maar bleef door zijn afgelegen locatie ook een arme nederzetting. Dorpsbewoners gingen werken aan de kust of in de mijnen van het eiland, Kastro achterlatend als een spookdorp.
Toen wij hier 35 jaar geleden wel eens kwamen was het echt een spookdorp. Met veel vervallen huizen en een desolate sfeer in een kale natuur. Daar is nu niets meer van te merken. Huizen zijn gerenoveerd of opnieuw opgebouwd in de traditionele stijl. Tegenwoordig wonen er weer tientallen mensen, en niet onbelangrijk er zijn twee taverne’s. Als we in Kastro arriveren, gaat Griekse Adonis gelijk in de remmen bij het eerste café. Uitgeput zakken we op de oncomfortabele Griekse stoelen neer. De daghap zijn Griekse Bonen maar wij gaan voor een halve liter bier en een cola. Ik drink nooit cola maar ik heb een suikerboost nodig, ik zit er compleet doorheen.
Dan valt me iets op. De prachtige klanken van Chopin klinken over het eenvoudige terras. Er komt een rust over me. Deze reis, het prachtige uitzicht, dit wonderlijke dorp, het doet iets met me........een moment van geluk.
Uitgerust gaan we nog even kijken bij het kerkje Sint Athanasius. Hier vandaan heb je prachtig uitzicht op een laagvlakte, op de zee en op het schiereiland Athos. Er staat naast het kerkje nog een knekelhuis. Ik klauter achterop de brommer en we beginnen aan de lange weg terug naar Golden Beach. Tot onze verbazing komen we buiten het dorp op een geasfalteerde weg en zoeven we in 10 minuten over de meest perfecte weg van Kastro naar Limenaria. Waarom zoeken wij toch altijd de moeilijkste weg?🤔
Na 125 kilometer op de teller arriveren we weer bij de camper. Lichtelijk wijdbeens klauter ik kreunend van de brommer af. Maar wat was het een mooie dag, de dansende bijen, de top van de lonkende berg en het versteende dorpje Kastro.......
Ik kijk al uit naar je volgende verhaal.
Prachtig👍👍👍
Ik sta trouwens ook altijd te dansen als ik naar de Jumbo ga. Maar helaas wordt dit niet zo gewaardeerd door mijn familie.
Maar het was een prachtig verhaal ik vond het indrukwekkend zo mooi daar, dan zijn die billen echt bijzaak 🙄
Dit waren denk ik de allermooiste foto's ooit ik heb ze al een paar keer bekeken super trots op jullie dat wij mee mogen genieten van jullie reis 👍🍀💋